Rosé!

Geplaatst op Jun 27, 2018

Rosé!

Zomers…


Als de zon er eens door komt dan zie je overal op de tafels de rosé wijnen te voorschijn komen. Ze zijn alledaags geworden, zowel bij de mensen thuis als in de horeca. Zelfs in goede restaurants zie je ze af en toe bij de aangepaste wijnen verschijnen. 

De rosé wijnen zijn terug hip, na enkele decennia zwakke resultaten en slechte kwaliteiten. De nieuwe generatie Europese wijnbouwers begon daar anders over te denken en de resultaten we nu meer en meer in de winkels te voorschijn komen. 


Verschillende types…


Rosé is niet zomaar een rosé, hij is net zoals bij witte wijnen en rode wijnen heel divers van stijl en smaak. De gebruikte druivenrassen, het terroir en de bereidingswijze blijven ook bij deze wijnen een belangrijke rol spelen. Je hebt heel kruidige wijnen, zelfs met tannine. Maar er zijn ook heel frisse, fruitige wijnen en er zijn zelfs houtgerijpte rosé-wijnen. 

De bereiding is heel typerend voor een wijn, die gaat veel bepalen, samen met het gebruikte druivenras. Een overzicht:


Saignée:


De saignée methode wordt wereldwijd toegepast, maar in Frankrijk zijn ze er een meester in. Deze techniek start bij het maken van rode wijnen. Tijdens de eerste uren van de vinificatie, terwijl het sap contact heeft met de schillen, laten ze 20 tot 30% sap wegvloeien. Ze doen dit vooral om de rode wijn gecentreerder te maken. Zo is er minder sap met nog steeds dezelfde hoeveelheid schillen die voor  de kleur, de smaak en de tannine moeten zorgen. De afgevloeide most is ondertussen verkleurd, naargelang de tijd dat hij bij de schillen heeft doorgebracht. Dit sap bereiden ze nu verder net zoals een witte wijn. Vaak is dit ‘afval’ bij de beste rosé’s te vinden. Dikwijls kom je deze tegen in de Languedoc regio. 


Pressurage directe:


De bedoeling is hier om geen al te stevige rosé te maken, de wijnbouwers mikken hier eerder op subtiliteit en finesse, daardoor niet minder smaak of kwaliteit. Belangrijk hier is wel dat de gebruikte druiven veel pigment moeten hebben, zoals een syrah of een cinsault. De druiven komen binnen in de wijnmakerij en gaan direct naar de pers. Na het persen scheiden ze de schillen van het sap. Het sap is hier dan ook licht gekleurd. Nadien bereiden ze de wijn net zoals een witte wijn. Dit zijn meestal de lichtste gekleurde rosé wijnen. De Provence kan er wat van!


Maceratie rosé:


Hier maken ze in feite rode wijn, maar stoppen ze iets vroeger met de bereiding. De druiven komen hier binnen bij de wijnmaker, hij gaat ze ontristen en kneuzen, en dan in een vat gooien. Meestal koelen ze het sap een beetje af, zodat de gisting nog niet kan starten. Afhankelijk van de beoogde smaak en kleur laten ze het sap enkele uren ‘weken’ bij de schillen. Nadien gaan ze persen en ook verder bereiden zoals een witte wijn. Tavel is waarschijnlijk de meest bekende wijn… 


Blenden, mengen:


Het meest simpele van alle methodes is het mengen van witte en rode wijn. Kan je zelfs thuis proberen! Let wel op: je hebt ongeveer maar 5% rode wijn nodig en 95% witte wijn om een perfect roze kleur te bekomen. In realiteit moeten we echter bekennen dat dit bijna niet meer gebeurt en ook voor de meeste oorsprongsbenamingen verboden is… behalve Champagne! Zo is de Rosé van Ruinart op die manier gemaakt, met Chardonnay samen met een vleugje rode Pinot Noir. 

dit delen

Gerelateerd